Zoeken in deze blog

zondag 27 oktober 2013

Kleine kinderen en hun grote angsten

Zorgenvriendjes
Jonge kinderen hebben geregeld angsten en kunnen zich grote zorgen maken. Dit geldt misschien nog wel meer voor hoogbegaafde kinderen, omdat zij diep doordenken over de dingen om hen heen en omdat zij hierover niet altijd communiceren. In ieder geval niet met leeftijdgenoten. Het gevolg is dat ze vastlopen in hun eigen angsten en steeds 'zorgelijker' worden.
Of deze angsten en zorgen gegrond zijn of niet, doet niet terzake; Ze kunnen het een kind heel moeilijk maken. Wegnemen van de angsten is meestal niet mogelijk. Jonge kinderen leven in een magische werkelijkheid, die wij als volwassenen niet (meer) kennen.
Het serieus nemen van de emotie angst kan al veel troost geven.
Ook kan visualiseren dat de angst wordt weggenomen een rol spelen bij het beheersbaar maken van de angst of zorgen.

Ik las op zorgenvriendjes.nl:
"Als de nacht invalt, is het tijd voor dromen. Vrolijke, grappige, droevige en spannende dromen zijn oké. Maar door gemene nachtmerries lastig gevallen worden zodat je wakker wordt, is vervelend.
Maar gelukkig voor ons zijn er Zorgenvriendjes! Elke nacht en zelfs overdag veranderen ze angsten, zorgen of slechte humeuren in leuke verhalen."
Er zijn 26 verschillende zorgenvriendjes. Hieronder een selectie.
1. Teken je zorgen of schrijf ze op!
2. Stop ze in de mond!
3. Sluit de rits. Dat lucht op!

Hoe de zorgenvriendjes alle angsten, zorgen of slechte humeuren veranderen in leuke verhalen..... hier moet je als opvoeder zelf je fantasie gebruiken. Misschien zo'n actie als bij de tandenfee, spenenfee of Sinterklaas: 's nachts haal je de 'zorgentekening' uit de buik van de knuffel en stopt er een leuk verhaal of een vrolijke tekening in. Die kun je dan de volgende morgen samen met het kind bekijken.

Ik heb zelf een zorgenvriendje gehaakt; minder zacht dan de plushen exemplaren uit de winkel, maar zo is hij wel heel 'eigen'.

zaterdag 26 oktober 2013

Janusz Korczak

Ik kwam in aanraking met het gedachtegoed van Janusz Korczak tijdens mijn opleiding op de Pabo, nu ruim tien jaar geleden. Ik heb hem nooit vergeten. Met zijn overzicht over de dingen en zijn inzicht in kinder-gedrag heeft hij veel indruk op mij gemaakt. Het feit dat hij zijn werk moest doen in de periode van de Tweede Wereldoorlog maakt het voor mij nog indrukwekkender.....


Zijn vertrouwen in het natuurlijke kind doet me wat.
"Niet afdalen naar hun niveau, maar proberen op te klimmen naar hun gevoel." Hier spreekt bescheidenheid.

Ik zie dit in het verband met hoogbegaafde kinderen; geloof in hun eigen kunnen, onderwijs ze niet, maar coach ze!
Maar ik zie dit vertrouwen van Janusz Korczak ook als 'high trust' in het algemeen; laat los, vertrouw ze maar.
In een tijd waarin velen het vertrouwen in het leven en het geloof in God verloren, bleef Korczak geloven in zijn denkbeelden. Dat behoedde hem denk ik voor bitterheid. Uit eigen vrije wil stapte hij samen met de kinderen van zijn kindertehuis in de trein naar Treblinka.

hoogbegaafd gaat vaak samen met hoog-sensitief

HSP staat voor hoog-sensitieve personen.
Hoog-sensitiviteit komt vaak voor in combinatie met hoogbegaafheid.
Zonder deze eigenschap van hoogbegaafdheid te willen overdrijven, plaats ik hieronder een filmpje waarin  Elaine Aron, de grondlegster van de term HSP, uitlegt wat de kenmerken zijn van de karaktereigenschap hoog-sensitiviteit.
Het kan namelijk veel leed voorkomen als deze eigenschap beter begrepen wordt.


NOG niet!

Gelezen op de site: hetkind.org

‘Ik ben niet goed in wiskunde’ versus ‘Ik ben nog niet goed in wiskunde.’ Deze (innerlijke) uitspraak lijkt haast hetzelfde, op het woordje ‘nog’ na, maar heeft grote gevolgen voor het leren. Als je ergens niet goed in bent, leg je jezelf vast en zal je niet geneigd zijn je best te doen het nog te proberen. Als je iets nog niet kan, is het een kwestie van meer oefenen en je best doen. Dat is het verschil tussen de twee mindsets die Carol Dweck onderscheidt. Naar dit subtiele verschil in woordgebruik doet Dweck nu onderzoek, wat ze in onderstaand filmpje toelicht. ‘I have fallen in love with a new word…’
Carol Dwecks theorie stelt in een notendop dat wie een ‘fixed’ mindset heeft, gelooft dat dingen statisch zijn. Capaciteiten zoals intelligentie zijn door de ogen van zo’n persoon vastliggend en onveranderbaar. Een op ‘growth’ gerichte mindset daarentegen betekent dat je gelooft dat dingen veranderbaar zijn en je door hard werken invloed kunt hebben op de uitkomst. Het komt erop neer dat het grote gevolgen heeft voor het leren. Het goede nieuws is echter dat de mindsets te veranderen zijn!

zaterdag 5 oktober 2013

'studeren valt niet mee'

In het kader van het aanleren van studievaardigheden, het zogenaamde 'leren leren', is dit een leuk boek. Geschreven door Jennifer Moore-Mallinos en Gustavo Mazali
Ik vond het bij Kruidvat en het kostte 2,99.
Het hoort bij een serie die 'levenslessen' genoemd wordt.
De andere titels in deze serie heten:
  • papa is zijn baan kwijtgeraakt
  • geld groeit niet aan bomen
  • een buurt is meer dan huizen
Het gaat precies over die dingen waarvan Jan Kuipers altijd zegt dat slimme kinderen ze nodig hebben:
vitamine D en vitamine F
D van doorzetten, durven en discipline
F van fouten maken, frustratie en falen.

De boodschap dat leren altijd leuk moet of kan zijn, deel ik niet. Toch geeft dit boek genoeg aanknopingspunten om het met basisschoolkinderen te hebben over hoe je dat nou aanpakt: huiswerk maken en dingen uit je hoofd leren.

Het is helemaal niet specifiek voor hb-kinderen geschreven en toch spreekt het me enorm aan.
Het gaat om talentontwikkeling. Dat is: het beste uit jezelf halen. Weg met de zesjes-cultuur!

(voeg op pag. 11 even 't' toe aan 'houd' en je hebt een super-boek in handen)

Wie verwacht er nou zoiets bij Kruidvat aan te treffen?!
Hoe was het ook al weer? "Kruidvat: steeds verrassend, altijd voordelig"
Echt wel!!

vrijdag 4 oktober 2013

12 waarheden over hoogbegaafdheid nav Matilda

Gevonden op http://educationaladvancement.wordpress.com
Het boek Matilda van Roals Dahl vind ik super! Ook de film die Danny Davito ervan maakte is indrukwekkend mooi. Tijdens mijn opleiding vorig jaar heb ik de film een aantal keren bekeken en herkende inderdaad van alles. Hieronder een mooie opsomming van de signalen bij Matilda die wijzen op 'giftedness'.

12 Lessons About Gifted Kids from Matilda

MatildaImage from roalddahl.wikia.com

The lovable title character in Roald Dahl’s Matilda is a precocious young girl who can teach the world a lot about gifted kids. Here are 12 lessons from the novel:

1. Signs of giftedness can often be seen early in a child’s life. Matilda is depicted as an extremely precocious and advanced child, speaking perfectly by 18 months, reading by age 3, and multiplying double-digit numbers in her head by age 5.


2. Giftedness is innate, not taught. One myth about gifted children is that they are the product of pushy parents. This may be true with some high-achieving children, but it is not generally true of gifted kids, whose intellectual ability comes naturally, sometimes even without any parental support. By giving Matilda parents who have absolutely no interest in her abilities or education, Dahl illustrates that some children just have natural intellectual ability.
Matilda 
3. Gifted children love to learn and often have a variety of interests. Because of this, many gifted children love to read. It appeals to their need to constantly learn and take in new information. Before she is even in school, Matilda spends as much time as possible reading. When she starts school, she tells her teacher, Miss Honey, all kinds of interesting facts she learned from reading. “This child, Miss Honey told herself, seems to be interested in everything” (231).

4. Gifted kids often outgrow “children’s” content early. Oftentimes, they view children’s books as overly simplified and opt for more advanced content that provides greater depth and complexity to subject areas. At age four, Matilda reads Great Expectations in one week and thoroughly enjoys it. Though she doesn’t fully understand everything in adult books, she understands enough to appreciate, enjoy, and learn from them. These books also challenge her intellectually in a way that children’s books can’t.

5. Gifted children often have a strong sense of ethics and morality. Matilda’s dad frequently talks about cheating his customers, and Matilda speaks out against his actions. She plays tricks on her parents when they are mean to her in an attempt to achieve balance in an unjust situation. She also gets extremely upset when she is accused of things she did not do.

6. A supportive figure in a gifted child’s life is incredibly important. The librarian who introduces Matilda to fantastic literature and Miss Honey, who encourages Matilda to learn more advanced concepts, keep Matilda challenged and interested in learning.

7. Acceleration is the best way to meet the needs of gifted students. When Matilda skips grades, she works well at the advanced level and is finally academically challenged while still being happy. Miss Honey explains to Matilda, “‘While you were in my class you had nothing to do, nothing to make you struggle. Your fairly enormous brain was going crazy with frustration. It was bubbling and boiling away like mad inside your head. There was tremendous energy bottled up in there with nowhere to go… [Now you are] competing against children more than twice your age and all that mental energy is being used up in class. Your brain is for the first time having to struggle and strive and keep really busy, which is great’” (229-230).

8. Sometimes gifted kids just know things intuitively, without being taught at all. On Matilda’s first day of school, Miss Honey asks her who taught her how to multiply. Matilda responds, “‘It’s just that I don’t find it very difficult to multiply one number by another…I simply put the fourteen down in my head and multiply it by nineteen…I’m afraid I don’t know how else to explain it. I’ve always said to myself that if a little pocket calculator can do it why shouldn’t I?’” (73-74). Often, gifted children cannot explain how they know something; nor can they understand why they know something, while others don’t. Matilda, like many gifted children, “just knows.”

9. Gifted children have a deep, intense focus when interested in a topic. Before Matilda is old enough for school, she spends all day absorbed in books. When she starts school and Miss Honey differentiates her work by giving her a geometry book to read and study, Matilda “very soon became deeply absorbed in the book. She never glanced up once during the entire lesson” (91). This strong focus among gifted children when intellectually stimulated and challenged is common.

10. Gifted kids are still kids. “The nice thing about Matilda was that if you had met her casually and talked to her you would have thought she was a perfectly normal five-and-a-half-year-old child…Unless for some reason you had started a discussion with her about literature or mathematics, you would never have known the extent of her brain-power” (101).

11. Gifted children just need to find friends with whom they can connect. She is well-liked by her classmates and has several friends. Gifted children often form one or two really close friendships, and Matilda develops a meaningful peer relationship with Lavender, who is also bright. Matilda also has deep social relationships with adults, including Miss Honey and the librarian. She can talk to adults on a more intellectual level than she can with her classmates, which is typical of gifted children.

12. Gifted children are often mature and wise beyond their years. When Miss Honey invites Matilda to her cottage for tea, there are noticeable socio-economic differences. “[Matilda] seemed to be aware of the delicacy of the situation and she was taking great care not to say anything to embarrass her companion” (189). Matilda had never encountered a situation like that before and was not taught how to act in that scenario. However, she looks at the context and understands how to behave. Miss Honey even tells Matilda, “‘Although you look like a child, you are really not a child at all because your mind and your powers of reasoning seem to be fully grown-up’” (195), and Matilda and Miss Honey “talked to each other more or less as equals” (231).