Zoeken in deze blog

zondag 27 oktober 2013

Kleine kinderen en hun grote angsten

Zorgenvriendjes
Jonge kinderen hebben geregeld angsten en kunnen zich grote zorgen maken. Dit geldt misschien nog wel meer voor hoogbegaafde kinderen, omdat zij diep doordenken over de dingen om hen heen en omdat zij hierover niet altijd communiceren. In ieder geval niet met leeftijdgenoten. Het gevolg is dat ze vastlopen in hun eigen angsten en steeds 'zorgelijker' worden.
Of deze angsten en zorgen gegrond zijn of niet, doet niet terzake; Ze kunnen het een kind heel moeilijk maken. Wegnemen van de angsten is meestal niet mogelijk. Jonge kinderen leven in een magische werkelijkheid, die wij als volwassenen niet (meer) kennen.
Het serieus nemen van de emotie angst kan al veel troost geven.
Ook kan visualiseren dat de angst wordt weggenomen een rol spelen bij het beheersbaar maken van de angst of zorgen.

Ik las op zorgenvriendjes.nl:
"Als de nacht invalt, is het tijd voor dromen. Vrolijke, grappige, droevige en spannende dromen zijn oké. Maar door gemene nachtmerries lastig gevallen worden zodat je wakker wordt, is vervelend.
Maar gelukkig voor ons zijn er Zorgenvriendjes! Elke nacht en zelfs overdag veranderen ze angsten, zorgen of slechte humeuren in leuke verhalen."
Er zijn 26 verschillende zorgenvriendjes. Hieronder een selectie.
1. Teken je zorgen of schrijf ze op!
2. Stop ze in de mond!
3. Sluit de rits. Dat lucht op!

Hoe de zorgenvriendjes alle angsten, zorgen of slechte humeuren veranderen in leuke verhalen..... hier moet je als opvoeder zelf je fantasie gebruiken. Misschien zo'n actie als bij de tandenfee, spenenfee of Sinterklaas: 's nachts haal je de 'zorgentekening' uit de buik van de knuffel en stopt er een leuk verhaal of een vrolijke tekening in. Die kun je dan de volgende morgen samen met het kind bekijken.

Ik heb zelf een zorgenvriendje gehaakt; minder zacht dan de plushen exemplaren uit de winkel, maar zo is hij wel heel 'eigen'.

zaterdag 26 oktober 2013

Janusz Korczak

Ik kwam in aanraking met het gedachtegoed van Janusz Korczak tijdens mijn opleiding op de Pabo, nu ruim tien jaar geleden. Ik heb hem nooit vergeten. Met zijn overzicht over de dingen en zijn inzicht in kinder-gedrag heeft hij veel indruk op mij gemaakt. Het feit dat hij zijn werk moest doen in de periode van de Tweede Wereldoorlog maakt het voor mij nog indrukwekkender.....


Zijn vertrouwen in het natuurlijke kind doet me wat.
"Niet afdalen naar hun niveau, maar proberen op te klimmen naar hun gevoel." Hier spreekt bescheidenheid.

Ik zie dit in het verband met hoogbegaafde kinderen; geloof in hun eigen kunnen, onderwijs ze niet, maar coach ze!
Maar ik zie dit vertrouwen van Janusz Korczak ook als 'high trust' in het algemeen; laat los, vertrouw ze maar.
In een tijd waarin velen het vertrouwen in het leven en het geloof in God verloren, bleef Korczak geloven in zijn denkbeelden. Dat behoedde hem denk ik voor bitterheid. Uit eigen vrije wil stapte hij samen met de kinderen van zijn kindertehuis in de trein naar Treblinka.

hoogbegaafd gaat vaak samen met hoog-sensitief

HSP staat voor hoog-sensitieve personen.
Hoog-sensitiviteit komt vaak voor in combinatie met hoogbegaafheid.
Zonder deze eigenschap van hoogbegaafdheid te willen overdrijven, plaats ik hieronder een filmpje waarin  Elaine Aron, de grondlegster van de term HSP, uitlegt wat de kenmerken zijn van de karaktereigenschap hoog-sensitiviteit.
Het kan namelijk veel leed voorkomen als deze eigenschap beter begrepen wordt.


NOG niet!

Gelezen op de site: hetkind.org

‘Ik ben niet goed in wiskunde’ versus ‘Ik ben nog niet goed in wiskunde.’ Deze (innerlijke) uitspraak lijkt haast hetzelfde, op het woordje ‘nog’ na, maar heeft grote gevolgen voor het leren. Als je ergens niet goed in bent, leg je jezelf vast en zal je niet geneigd zijn je best te doen het nog te proberen. Als je iets nog niet kan, is het een kwestie van meer oefenen en je best doen. Dat is het verschil tussen de twee mindsets die Carol Dweck onderscheidt. Naar dit subtiele verschil in woordgebruik doet Dweck nu onderzoek, wat ze in onderstaand filmpje toelicht. ‘I have fallen in love with a new word…’
Carol Dwecks theorie stelt in een notendop dat wie een ‘fixed’ mindset heeft, gelooft dat dingen statisch zijn. Capaciteiten zoals intelligentie zijn door de ogen van zo’n persoon vastliggend en onveranderbaar. Een op ‘growth’ gerichte mindset daarentegen betekent dat je gelooft dat dingen veranderbaar zijn en je door hard werken invloed kunt hebben op de uitkomst. Het komt erop neer dat het grote gevolgen heeft voor het leren. Het goede nieuws is echter dat de mindsets te veranderen zijn!

zaterdag 5 oktober 2013

'studeren valt niet mee'

In het kader van het aanleren van studievaardigheden, het zogenaamde 'leren leren', is dit een leuk boek. Geschreven door Jennifer Moore-Mallinos en Gustavo Mazali
Ik vond het bij Kruidvat en het kostte 2,99.
Het hoort bij een serie die 'levenslessen' genoemd wordt.
De andere titels in deze serie heten:
  • papa is zijn baan kwijtgeraakt
  • geld groeit niet aan bomen
  • een buurt is meer dan huizen
Het gaat precies over die dingen waarvan Jan Kuipers altijd zegt dat slimme kinderen ze nodig hebben:
vitamine D en vitamine F
D van doorzetten, durven en discipline
F van fouten maken, frustratie en falen.

De boodschap dat leren altijd leuk moet of kan zijn, deel ik niet. Toch geeft dit boek genoeg aanknopingspunten om het met basisschoolkinderen te hebben over hoe je dat nou aanpakt: huiswerk maken en dingen uit je hoofd leren.

Het is helemaal niet specifiek voor hb-kinderen geschreven en toch spreekt het me enorm aan.
Het gaat om talentontwikkeling. Dat is: het beste uit jezelf halen. Weg met de zesjes-cultuur!

(voeg op pag. 11 even 't' toe aan 'houd' en je hebt een super-boek in handen)

Wie verwacht er nou zoiets bij Kruidvat aan te treffen?!
Hoe was het ook al weer? "Kruidvat: steeds verrassend, altijd voordelig"
Echt wel!!

vrijdag 4 oktober 2013

12 waarheden over hoogbegaafdheid nav Matilda

Gevonden op http://educationaladvancement.wordpress.com
Het boek Matilda van Roals Dahl vind ik super! Ook de film die Danny Davito ervan maakte is indrukwekkend mooi. Tijdens mijn opleiding vorig jaar heb ik de film een aantal keren bekeken en herkende inderdaad van alles. Hieronder een mooie opsomming van de signalen bij Matilda die wijzen op 'giftedness'.

12 Lessons About Gifted Kids from Matilda

MatildaImage from roalddahl.wikia.com

The lovable title character in Roald Dahl’s Matilda is a precocious young girl who can teach the world a lot about gifted kids. Here are 12 lessons from the novel:

1. Signs of giftedness can often be seen early in a child’s life. Matilda is depicted as an extremely precocious and advanced child, speaking perfectly by 18 months, reading by age 3, and multiplying double-digit numbers in her head by age 5.


2. Giftedness is innate, not taught. One myth about gifted children is that they are the product of pushy parents. This may be true with some high-achieving children, but it is not generally true of gifted kids, whose intellectual ability comes naturally, sometimes even without any parental support. By giving Matilda parents who have absolutely no interest in her abilities or education, Dahl illustrates that some children just have natural intellectual ability.
Matilda 
3. Gifted children love to learn and often have a variety of interests. Because of this, many gifted children love to read. It appeals to their need to constantly learn and take in new information. Before she is even in school, Matilda spends as much time as possible reading. When she starts school, she tells her teacher, Miss Honey, all kinds of interesting facts she learned from reading. “This child, Miss Honey told herself, seems to be interested in everything” (231).

4. Gifted kids often outgrow “children’s” content early. Oftentimes, they view children’s books as overly simplified and opt for more advanced content that provides greater depth and complexity to subject areas. At age four, Matilda reads Great Expectations in one week and thoroughly enjoys it. Though she doesn’t fully understand everything in adult books, she understands enough to appreciate, enjoy, and learn from them. These books also challenge her intellectually in a way that children’s books can’t.

5. Gifted children often have a strong sense of ethics and morality. Matilda’s dad frequently talks about cheating his customers, and Matilda speaks out against his actions. She plays tricks on her parents when they are mean to her in an attempt to achieve balance in an unjust situation. She also gets extremely upset when she is accused of things she did not do.

6. A supportive figure in a gifted child’s life is incredibly important. The librarian who introduces Matilda to fantastic literature and Miss Honey, who encourages Matilda to learn more advanced concepts, keep Matilda challenged and interested in learning.

7. Acceleration is the best way to meet the needs of gifted students. When Matilda skips grades, she works well at the advanced level and is finally academically challenged while still being happy. Miss Honey explains to Matilda, “‘While you were in my class you had nothing to do, nothing to make you struggle. Your fairly enormous brain was going crazy with frustration. It was bubbling and boiling away like mad inside your head. There was tremendous energy bottled up in there with nowhere to go… [Now you are] competing against children more than twice your age and all that mental energy is being used up in class. Your brain is for the first time having to struggle and strive and keep really busy, which is great’” (229-230).

8. Sometimes gifted kids just know things intuitively, without being taught at all. On Matilda’s first day of school, Miss Honey asks her who taught her how to multiply. Matilda responds, “‘It’s just that I don’t find it very difficult to multiply one number by another…I simply put the fourteen down in my head and multiply it by nineteen…I’m afraid I don’t know how else to explain it. I’ve always said to myself that if a little pocket calculator can do it why shouldn’t I?’” (73-74). Often, gifted children cannot explain how they know something; nor can they understand why they know something, while others don’t. Matilda, like many gifted children, “just knows.”

9. Gifted children have a deep, intense focus when interested in a topic. Before Matilda is old enough for school, she spends all day absorbed in books. When she starts school and Miss Honey differentiates her work by giving her a geometry book to read and study, Matilda “very soon became deeply absorbed in the book. She never glanced up once during the entire lesson” (91). This strong focus among gifted children when intellectually stimulated and challenged is common.

10. Gifted kids are still kids. “The nice thing about Matilda was that if you had met her casually and talked to her you would have thought she was a perfectly normal five-and-a-half-year-old child…Unless for some reason you had started a discussion with her about literature or mathematics, you would never have known the extent of her brain-power” (101).

11. Gifted children just need to find friends with whom they can connect. She is well-liked by her classmates and has several friends. Gifted children often form one or two really close friendships, and Matilda develops a meaningful peer relationship with Lavender, who is also bright. Matilda also has deep social relationships with adults, including Miss Honey and the librarian. She can talk to adults on a more intellectual level than she can with her classmates, which is typical of gifted children.

12. Gifted children are often mature and wise beyond their years. When Miss Honey invites Matilda to her cottage for tea, there are noticeable socio-economic differences. “[Matilda] seemed to be aware of the delicacy of the situation and she was taking great care not to say anything to embarrass her companion” (189). Matilda had never encountered a situation like that before and was not taught how to act in that scenario. However, she looks at the context and understands how to behave. Miss Honey even tells Matilda, “‘Although you look like a child, you are really not a child at all because your mind and your powers of reasoning seem to be fully grown-up’” (195), and Matilda and Miss Honey “talked to each other more or less as equals” (231).

zondag 22 september 2013

boek 'een dik, vet monster'

'Een dik, vet monster' 

Een leuk boek over gezond eten.
De bibliotheek geeft aan: voor kinderen van 6 tot 9 jaar, maar ik gebruik het in groep 1 en 2 met veel jongste kleuters en ze begrepen alles!
Vorig jaar ontdekte ik het en heb er een vingerpopje en een 'dik monster' bij gehaakt.
Nu heb ik het weer tevoorschijn gehaald, omdat het goed past bij ons thema 'wat ligt er op mijn bord?' voorafgaand aan de Kinderboekenweek 'klaar voor de start'.

Het gaat over gezond eetgedrag en beweging.
Inhoud van het boek: Sofie wordt 's nachts wakker van een geluid. Heel spannend! Ze hoort gesnik. Het komt vanonder haar bed. Daar blijkt een monstertje te zitten dat groot en sterk wil worden, maar geen kindertjes wenst te eten! Sofie tekent lekkere dingen voor hem. Het monstertje bestelt: friet met mayonaise, taart, lollys.... En zo gaat het elke nacht, totdat.... het monstertje zo dik is geworden dat hij klem zit onder Sofie's bed. Sofie helpt het monstertje weer gezond te worden. Met haar springtouw en tekeningen van groente en fruit. En daar mag hij af en toe best iets bij snoepen.
Ik heb de prenten uit het boek op het digibord getoond. Zo konden de kinderen tijdens het verhaal ('t zijn beste stukken tekst) het plaatje bekijken. Dagmar Stam heeft daar natuurlijk weer iets prachtigs van gemaakt!
Het boek zelf hou ik er bewust bij omdat ik vind dat het omslaan van de bladzijden ook samen met de kinderen gedaan moet worden. Daarbij besteed ik aandacht aan de leesrichting en wijs ik op enkele woorden die beginnen met de letter die we op dat moment in de lettermuur (van Schatkist) hebben. Ook krijgen de kinderen die direct naast me zitten op deze manier inzicht in de relatie tussen hoeveelheid tekst en de lengte van het verhaal dat ze horen.

Verwerkingsactiviteit: het monstertje beplakken met propjes crepe-papier. Dit bleek motorisch en qua doorzetten nog een hele klus voor groep 2!

Andere verwerkingstip: laat de kinderen gezonde maaltijden of lekkere tussendoortjes tekenen voor het monster.
Boek dat hier leuk bij aansluit: Rupsje Nooitgenoeg. Hij eet blaadjes, fruit en groente en groeit. Hij eet worst, taart, lolly, cake en krijgt buikpijn.


dinsdag 17 september 2013

raindropchess

Online dienst voor jonge kinderen om de regels van het schaken onder de knie te krijgen
www.raindropchess.nl
Met introductiefilmpjes voor de speluitleg.

Het spel begint niet met de oorspronkelijke spelopzet, maar de schaakstukken staan naast het bord opgesteld.
Door het trekken van een kaart krijgt de speler te zien welk schaakstuk hij mag plaatsen. De plaats mag hij binnen de regels zelf kiezen.
Vanaf het moment dat zijn eigen koning bij het spel betrokken is, mag hij ook reeds geplaatste schaakstukken verplaatsen.
Doet een speler een zet die niet volgens de regels is, dan komt dit als tekst in een rood veldje te staan: 'dit is geen geldige zet' of: 'je mag jezelf niet schaak zetten'.
Je kunt dit samen spelen of alleen. Als je het alleen speelt, ben je zowel wit als zwart. Dit helpt om vanuit verschillende gezichtspunten het spel te bekijken.
De site vermeldt dat online spelen in ontwikkeling is; binnenkort kun je dus ook tegen de computer spelen!

Vanmorgen was mijn dochtertje er al weer vroeg bij: "Mam, ik heb de dame even geslagen. Ja, die had mijn koning schaak gezet, dus die moest ik even weg hebben."

Ik vind dat jonge kinderen via dit programma op een overzichtelijke manier kennis kunnen maken met de spelregels van het schaakspel: niet alles in een keer, maar stapsgewijs en met uitleg.

Vaardigheden die dit programma ontwikkelt: logisch redeneren, anticiperen, je verplaatsen in de ander(e kleur), doorzetten.
Geschikt voor kinderen vanaf 5 jaar die wel van wat uitdaging houden!
Kinderen die nog niet kunnen lezen, zul je wel een beetje moeten helpen bij de tekstjes in het rode vlak (bij ongeldige zetten).

Met dank aan:
Inge van der Leij, een oplettende moeder die mij attent maakte op dit geweldige spel voor Knappe Koppies!

maandag 16 september 2013

Barbapapa





Onlangs ontdekt: de barbapapa's verbeelden ieder een vorm van intelligentie volgens de indeling van Gardner!

Ik zet ze even op een rijtje:
barbapapa en barbamama zijn mens-knap (inter-persoonlijke intelligentie)
barbabenno is reken-knap (logisch-mathematische intelligentie)
barbabee is natuurknap (naturalistische intelligentie)
barbaborre is lichaamsknap (lichamelijk-kinestetische intelligentie)
barbabientje is taal-knap (verbaal-linguïstische intelligentie)
barbalala is muziek-knap (muzikaal-ritmische intelligentie)
barbabob is beeld-knap (visueel-ruimtelijke intelligentie)
barbabella is zelf-knap (intra-persoonlijke intelligentie) nou ja, alleen qua uiterlijk dan.
Deze laatste is niet zo sterk. Eigenlijk zie ik het reflecteren en inzicht hebben in je eigen doen en denken in geen enkele figuur. Misschien geeft dat juist aan dat dit een moeilijk te verbeelden en ook moeilijk aan te leren vorm van intelligent-zijn is! En voor jonge kinderen die de barbapapa's leuk vinden is dit wellicht ook wel te  hoog gegrepen.





zaterdag 14 september 2013

omslaan

'De bladzijden omslaan'

Tijdens het voorlezen van een prentenboek laat ik de 'hulpjes' naast mij om de beurt een bladzijde omslaan. Zo hou ik in de gaten of ze al bekend zijn met de leesrichting van een boek (en aan hun motoriek valt mij ook meteen het een en ander op!)


zondag 8 september 2013

Bino

Bino en zijn gevoelens en Bino en zijn sociale talenten
bino en zijn gevoelens

De 4 basisgevoelens bang, boos, bedroefd en blij, elk in een apart prentenboek.
De doelgroep is: 2 tot 6 jaar, dus KDV, PSZ en kleutergroep
De bijbehorende handpoppen maken het erg aansprekend voor de kinderen, en voor mij als juf is het ook geweldig.
Verhaaltjes zijn op rijm; goed voor het taalgevoel!
Op de cd staan bijbehorende liedjes, o.a. door VOF De Kunst.

Bino en zijn sociale talenten
Bino is een albino-pinguïn; anders dan de anderen dus.
Zoals ieder kind uniek is, en dus anders dan alle anderen.
Het pakket 'sociale talenten' bestaat uit 8 prentenboeken met aanspreken de titels als 'Wil je op de foto Bino? over de gedragscategorie ‘Jezelf presenteren’. Hierbij  zijn zelfs vijf liedjes opgenomen, waarmee je bijvoorbeeld een eigen musical kunt uitspelen en zingen.
Elk boekje sluit aan bij een gedragscategorie, zoals aardig doen, samen spelen, een taak uitvoeren, jezelf presenteren, ervaringen delen, of omgaan met ruzie. 

Op de site van de uitgever Kwintessens lees ik: "Bino is geen methode. Bino is een hulpmiddel. Met praktische verwerkingsvormen die de leidster of leerkracht naar eigen inzicht kan inzetten. Effectief, terwijl het weinig tijd kost."
Hier ben ik het helemaal mee eens! 

Rubik's Race

Je ziet: ik hou van aanbiedingen, haha!
Rubik's Cube kennen we allemaal wel.
Dit is een variant: een schuifspelletje met gekleurde veldjes.
Doel: het vlak vann 3 bij 3 vierkantjes in het midden zo schuiven dat ze overeenkomen met wat je geschud hebt in het kleine doosje.

Leeftijdsindicatie: vanaf 5 jaar
Vaardigheden die gestimuleerd worden: anticiperen, ruimtelijke oriëntatie, kleine motoriek en omgaan tijdsdruk

Wat ik een beetje vergezocht vind aan dit spel is
het aantal vlakjes per kleur. Dat zijn er op het
speelbord 4. Maar in het kleine doosje heeft elk
kleine kubusje natuurlijk elk van de 6 kleuren.
Zo kan het voorkomen dat je 'opdrachtdoosje'
5 of meer vlakjes van een en dezelfde kleur
aangeeft: je moet dan opnieuw schudden.
Aan de andere kant, kinderen moeten dus snel
beoordelen of de opdracht uit te voeren is: geen
enkele kleur vaker van 4 keer: dan snel gaan
schuiven op je speelbord!

36 Cube

"The World's most challenging puzzle!"

Leeftijd: 8 jaar tot 'adult', Voor kleuters wat te hoog gegrepen, maar door de aantrekkelijke aanblik altijd het proberen waard!

Vaardigheden die worden gestimuleerd: abstract denken en ruimtelijke oriëntatie
Naar het idee van de sudoku puzzel: iedere kleur mag maar 1 keer voorkomen in iedere rij en in iedere kolom. Bovendien moeten alle torens even hoog zijn. Het grijze deel staat vast, het gekleurde stukje kan eraf genomen worden en bestaat uit 1 deel.

Ik ben al een beetje verslaafd!

maandag 26 augustus 2013

Digikeuzebord

Ik ben er helemaal enthousiast over: het digikeuzebord. Het is een webbased service waar we een proefabonnement op hebben.

(Oei, ik heb de namen er maar even onder vandaan gehaald. Da's niet zo netjes tegenover de ouders en kinderen zelf he?)

De voordelen vind ik:
  • je kunt foto's van kinderen toevoegen
  • kinderen kunnen zelf hun 'kaartje' bij een activiteit plaatsen
  • je kunt ook foto's toevoegen van activiteiten die je zelf kiest: taakjes bijvoorbeeld
  • het programma houdt statistieken bij, zoals: hoe vaak speelt die met die, hoe vaak kiest hij/zij die activiteit
  • je kunt beoordelen hoe het kind een activiteit doet
Nu moet ik hier wel bij vertellen dat ik nog helemaal geen keuzebord had. Sommige voordelen zijn ook al wel te behalen met een tastbaar keuzebord in de klas.

Beperkinkjes vind ik:
  • bij de beoordeling kan ik alleen kiezen: goed, matig, slecht. Maar ik wil ook aangeven waarop ik beoordeel; op het resultaat of op het doorzettingvermogen. Met namen bij kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong vind ik een beoordeling op doorzetten/frustratietolerantie/eigen oplossingsstrategieen belangrijk. Maar misschien kan ik de makers hier een tip over geven!
  • en de kinderen kunnen slechts een keer kiezen tijdens een speel/werkuur, terwijl ze bij ons een keer van gedachte mogen veranderen en iets anders mogen kiezen. Dat kun je dan niet aangeven op het bord.
Mijn collega's en ik mogen er nog 49 dagen gebruik van maken, en dat gaan we zeker doen!
Daarna moeten er aanmeldkosten en licentiekosten gemaakt worden die voor een kleine school al snel te hoog zijn. Maar mijn eerste voorstel om ons hierin tegemoet te komen, is bij de makers positief ontvangen. Wordt vervolgd!

zondag 25 augustus 2013

haak-projectje

Rara, wat (wie) wordt dit??
Inderdaad: een Pompom-familielid!

Mag ik even voorstellen: Lotta, het nichtje van Pompom.
Ze is een stoere meid en komt altijd op de motor langs bij hara neef Pompom.

woensdag 24 juli 2013

Knobbelboekjes


Kom ik zomaar tegen in de bibliotheek: "Knobbelboekjes"
Ze behandelen op een speelse manier de principes van het rekenen.

"Midas en het gemiddelde" leek mij wat hooggegrepen, maar met 'gemiddeld' wordt het rekenbegrip 'er tussenin' bedoeld.
Het gaat over drie broers, Max, Midas en Mini. Op een dag krijgen zij goudstukken van hun vader om de wijde wereld in te trekken. Max is de grootste, alles aan hem is groot. Ook krijgt hij de meeste goudstukken. Mini is klein, alles aan hem is klein. Hij krijgt het minst aantal goudstukken Midas is niet groot, maar ook niet klein: hij is gemiddeld. Alledrie gaan ze een huis voor zichzelf bouwen: een klein, een groot en een 'gemiddeld' huis. Als ze er eenmaal wonen, beginnen ze zich te vervelen en missen ze elkaar. Ze besluiten om te gaan samenwonen. Maar je raadt het al: het huis van Mini is te klein en het huis van Maxi te groot. Gelukkig is er het huis van Midas, niet te groot en niet te klein. Daar gaan ze dan ook wonen.
Hmm, hier heb ik mijn bedenkingen bij. Is een huis dat geschikt is voor een 'gemiddeld' dier ook geschikt voor drie dieren, die volgens mijn wiskundige berekening gezamenlijk overeenkomen met drie gemiddelde dieren?!
Maar oke. Deze reeks werd duidelijk vanuit educatief standpunt geschreven. Erg leuk voor jonge kinderen. Ze hoeven er heus geen 'wiskundeknobbel' voor te hebben, een verhaal doet het altijd wel goed.
De tekeningen verdienen geen schoonheidsprijs. Ze zijn computergegenereerd en wat moeten de dieren voorstellen?! Het zullen wel olifanten zijn.
Mijn voorstel is om drie olifanten, oplopend in formaat te gebruiken om dit verhaal te verlevendigen. Je kunt knuffeltjes zoeken, zelf zou ik ze 'even' haken (als ik tijd heb).
O, wacht eens, ik heb nog iets staan:
Natuurlijk lang zo leuk niet als deze:
maar deze zijn even groot. Die kan ik dan wel weer heel goed gebruiken bij de titel 'Meneer Min en Mevrouw Plus'. Dit verhaal gaat uiteraard over 'eraf' en 'erbij': in het huis van Meneer Min is elke dag een voorwerp minder; bij mevrouw Plus komt er elke dag iets bij. Als ze elkaar tegenkomen, gebeurt er iets bijzonders! (nee, ze krijgen geen kindje). Ze gaan samen in een huis wonen en daar blijft alles hetzelfde: min en plus heffen elkaar op, zeg maar. Ik voel hier een leuk bruggetje naar het wiskundige gemiddelde!
Ik zou dan ook de titel 'Meneer Min en mevrouw Plus' voor 'Midas en het gemiddelde' behandelen.

Met dank aan: Inge Umans, die in 2008 al een recensie van deze boekjes schreef




donderdag 4 juli 2013

MasterMind junior

Ik had al bedacht dat we Mastermind prima konden gebruiken voor jonge kinderen als we het met slechts 4 of 5 kleuren zouden spelen (die dan maar 1 keer mogen voorkomen), maar dit is natuurlijk veel leuker! Ik vond het vandaag bij de kringloopwinkel. Altijd leuk, ideeën opdoen daar!

zaterdag 29 juni 2013

‘Muziek maakt slim!’ hoor je tegenwoordig vaak

Als musicus werd ik gegrepen door deze publicatie. Het is zo waar!
Een 'kritische noot' bij hoe wij aankijken tegen het vak muziek.

De auteur is Jeroen Schipper.

Jeroen Schipper ‘Waarom zou je eigenlijk muziekles geven?’ Dit vraag ik vaak aan basisschoolteams die hun muziekonderwijs willen opfrissen. Veelgehoorde antwoorden zijn: ‘Muziek verbindt’, ‘Even lekker stoom afblazen’ of ‘De kinderen genieten ervan’. Dat vind ik fijne antwoorden. En het klopt.

‘Muziek maakt slim!’ hoor je tegenwoordig ook vaak. En ook dat klopt. In de media kom ik regelmatig wetenschappelijke studies tegen die aantonen dat muziekonderwijs een positieve invloed heeft op de cognitieve ontwikkeling. Ook op sociaal-emotioneel gebied en bij taalverwerving zou muziekles veel goeds doen. Muziekpedagogen grijpen dergelijke onderzoeksresultaten gretig aan om ons vak te legitimeren. En terecht; de wankele positie van het huidige muziekonderwijs wordt verstevigd door dit soort argumenten.
Maar toch, als je het om zou draaien dan zie je hoe vreemd dat eigenlijk is. Lees je ooit ergens hoe goed rekenonderwijs is voor het maat- en ritmegevoel? Of dat jonge kinderen die veel lezen later makkelijker muzieknotatie leren? Of dat Engelse les als belangrijk bijeffect heeft dat een kind meer inzicht krijgt in popmuziek? Natuurlijk niet. Rekenen, lezen en Engels zijn gewoon belangrijke vakken bij de voorbereiding van het kind op een volwaardige rol in de samenleving.
Maar het vak muziek lijkt legitimatie buiten zichzelf nodig te hebben. Dat zit mij dwars. De samenleving is doordrenkt van muziek. Op iPod’s en smartphones. In de media. Op betekenisvolle momenten als een huwelijk of een uitvaart. Bij belangrijke maatschappelijk gebeurtenissen zoals sporttoernooien. Of een troonsopvolging… En wat dacht je van de invloed van muziek op de identiteitsontwikkeling? Muziek heeft die belangrijke rol omdat het een unieke vorm van communicatie is waarin menselijke ideeën en gevoelens uitgedrukt kunnen worden die niet op een andere manier uitgedrukt kunnen worden. Kinderen daarmee in aanraking brengen en daarmee vertrouwd te maken, dát is voor mij het belang van muziekonderwijs. Andere positieve bijeffecten zijn mooi meegenomen.

Gevoelens uitdrukken
Jeroen Schipper Ik geef geen muziekles om muzikanten te kweken. Ik geef ook geen muziekles voor de gezelligheid. Ik geef muziekles om wat ik zie dat muziek doet met kinderen. Bijvoorbeeld met een leerling als Brian: een meervoudig gehandicapte jongen die op veel gebieden moeilijk meekomt, maar in mijn muzieklessen letterlijk staat te springen van plezier, op de piano speelt en op zijn gehoor tweede stemmen verzint bij liedjes.
 

Ik geef geen muziekles omdat je er slim van wordt. Ik geef muziekles omdat je er mens van wordt!

Kijk, dit bedoel ik nou!

Jeroen Schipper is vakdocent muziek in primair- en speciaal onderwijs en schrijver van twee liedbundels voor het basisonderwijs. Hij schreef ook veel van de liedjes bij de prentenboeken rond Bino en voor Bino de Musical. Meer info: www.jeroenschipper.info

zaterdag 22 juni 2013

Mensen met een hoog IQ verwerken zintuiglijke informatie anders dan anderen


Bron: www.scientias.nl

Met een hoog IQ bent u niet alleen intelligenter, u verwerkt informatie van uw zintuigen heel anders. Het brein is ‘kieskeurig’ en hierdoor veel efficiënter. Dat stellen wetenschappers in een studie.
Het brein is efficiënter als het om selectie van zintuiglijke informatie gaat. Bij bijvoorbeeld bewegende objecten, is de informatie van het object zelf belangrijker dan de informatie van de achtergrond waartegen de beweging zich afspeelt. Dus neigt het brein om mindere relevante achtergrondbeweging te onderdrukken
“Dit betekent niet dat mensen met een hoog IQ beter visueel waarnemen,” zegt Duje Tadin van de University of Rochester over zijn studie in Current Biology. “Hun visuele waarneming is meer discriminerend. Kleine bewegende objecten zien ze uitstekend, maar ze hebben wel moeite met grote, achtergrondbewegingen.” Klik hier voor een filmpje van dit onderzoek: Testing Your "Motion Quotient"
 
Onderzoek
Deelnemers keken in drie formaten cirkels naar bewegende balken op een scherm. Ze moesten vertellen of ze zich naar links of rechts bewogen. De onderzoekers namen de tijd op die het de deelnemers kostte om de juiste beweging te zien. Mensen met een hoog IQ hadden veel minder tijd nodig om de goede beweging te detecteren in de kleinste cirkels. Dit bevestigt eerder onderzoek dat mensen met een hoog IQ sneller perceptueel beoordelen en snellere reflexen hebben. Bij de grotere objecten, dus bij de balken in een grotere cirkel, gebeurde het tegenovergestelde: de intelligentere mensen zagen pas veel later welke kant de balken opgingen.


WIST U DAT…Uw IQ ook af te leiden is uit uw Facebookgegevens?
 
Efficiëntie
“Iets in het hoge IQ-brein voorkomt dat de mensen snel grote achtergrondbeweging zien,” zegt Tadin. Denk maar aan wanneer we ergens lopen of rondrijden, alles zien we dan eigenlijk bewegen, omdat we zelf bewegen. Dit blokkeren van achtergrondbeweging gebeurt niet bewust, maar automatisch en het is een fundamenteel verschil in hoe het brein met een hoog IQ werkt ten opzichte van het brein met een lager IQ. Het hoge IQ-brein blokkeert afleiding beter. En dit kan handig zijn als er meer informatie op te nemen is dan wij eigenlijk op kunnen nemen. Het hoge IQ-brein selecteert wat belangrijker is en werkt hierdoor efficiënter doordat het zich goed kan focussen op de informatie die er om doet. “Een efficiënt brein móet wel kieskeurig zijn,” voegt Tadin toe.

Hoe snel iemand beweging van grote of kleine objecten kan waarnemen, is dus gelink aan het IQ. Zo’n dergelijke bewegingstest kan nu dus ook een indicatie van het IQ geven. “Intelligentie is zo breed, je kunt het eigenlijk niet aan één deel van het brein koppelen,” zegt Tadin. “Maar omdat de taak zo simpel is en toch zo nauw verbonden is met het IQ, kan het ons wel aanwijzingen geven wat het is wat een brein meer efficiënt maakt, en daarmee, meer intelligent.”

...en natuurlijk: hoe je een gemiddeld brein efficiënter kunt gebruiken, en dus intelligenter kunt maken, denk ik dan! En dat is dn de zogenaamde 'growth mindset' wat betreft intelligentie: intelligentie is niet iets wat vaststaat; het kan wel degelijk uitgebreid worden!

hoogbegaafdheid en differentiëren


Twee artikelen uit: PrimaOnderwijs.nl, waarin hoogleraar talentontwikkeling, wetenschap en techniek: Juliette Walma van der Molen duidelijk maakt wat het belang is van 'hogere-orde denken'.
Dit is wat ik eerder besprak in mijn blog 'de taxonomie van Bloom'.

Het Nederlandse onderwijs is te veel afgestemd op de middenmoot (...) Slimme kinderen kunnen zich daardoor vervelend gaan gedragen. Maar ook als er geen problemen zijn, moet je hoogbegaafden op school uitdagen, zegt Zij. Volgens haar moet in het ondewijs meer aandacht komen voor het hogere-orde denken.
Voorbeeld over kikkers (toevallig ook het voorbeeld dat ik voor 'de taxonomie van Bloom' gekozen had)
Lagere-orde vragen: wanneer kwaken kikkers? Hoe ademen kikkers? En kikkervisjes? Wat eten kikkers? Wat is koudbloedig?
Hogere-orde vragen: welke relatie is er tussen de lichaamsbouw van de kikker en zijn manier van voortbewegen? Wat moet er aan een kikker veranderen om te kunnen overleven in de woestijn? Ontwerp en beschrijf een kikkerparadijs, maak hierbij een tekening.
Bij hogere-orde vragen gaat het erom dat kinderen informatie leren analyseren, op waarde schatten en er vervolgens zelf iets nieuws mee doen. Dat is veel interessanter voor hoogbegaafden, maar ook de ander leerlingen steken er veel van op. In de Plusklassen die veel scholen tegenwoordig oprichten worden vakken als chinees of Spaans gegeven, maar eigenlijk is dit weer lagere-orde denken; onthouden en toepassen. Je gebruikt dan niet het talent van hoogbegaafden om zelf te denken. Het gevolg is dat ze lui worden. De leraar moet ze naar de zone van de naast ontwikkeling trekken, waardoor ze worden gedwongen net iets hoger te reiken.
Dat vergt extra inzet van de leerkracht. Daarvoor is een parapluvisie nodig: boven de lesmethode staan en verplaats je in het kind: waar heeft het behoefte aan? Hoe denkt het? Zelf probeert Walma van der Molen leerkrachten weer te laten denken als een kind: als de trein te laat is, kun je je ergeren; je kunt je ook verwonderen over de wiskundige manier waarop het spoorboekje in elkaar zit en over het feit dat een klein foutje het hele systeem in de war kan laten lopen!

Leraren denken dat ze alles moeten weten, maar dat hoeft niet. Slimme kinderen kunnen moeilijke vragen stellen. Je kunt duidelijk maken dat je het niet weet en dat inzichten kunnen veranderen. Deze aanpak maakt het toetsen van vorderingen lastig. Maar door de aanleg van een portfolio kun je de creatieve ontwikkeling van een kind ook zichtbaar maken. Het gaat erom waar de kwaliteiten van het kind liggen.
Dit is precies wat wij de ouders bij de kennismakingsbijeenkomst van de plusklas 5/6 afgelopen week hebben duidelijk gemaakt. Door onze ervaring dit jaar in groep 6, 7, 8 en de vragen van leerkrachten en ouders naar cijfers, leek het ons goed dit punt nu van tevoren aan te stippen. Dat voorkomt teleurstelling, menen we.
En 'waar de kwaliteiten van het kind liggen', sluit helemaal aan bij mijn visie op hoogbegaafde kinderen: ik wil ze 'leren leven'. Dat houdt in dat ze leren tevreden te zijn met hoe en wie ze zijn. Ja, er zelfs trots op durven zijn. En hun talenten natuurlijk op een goede manier leren in te zetten.

Leer differentiëren
Uit onderzoek van de inspectie uit 2012 blijkt dat de helft van de leraren in het VO geen rekening houdt met verschillen in de klas: ze zoeken nog naar een passende vorm, zien het nut van differentiatie niet in, het kost te veel tijd, niet toepasbaar in lessen van 50 minuten...
Maar omgaan met verschillen is nodig voor passend onderwijsbeleid. Door de differentieren kunnen leraren en scholen betere schoolprestaties realiseren. Dit vereist kennis en inzicht m.b.t. leerstof, leerprocessen, leerstijlen, didactisch repertoire, organisatorische vaardigheden en klassenmanagement. Grappig: dit zijn allemaal onderwerpen die ik al had aangestipt in het zorgplan 'Knappe Koppies in de Kleuterklas'. Dus of het nu gaat om kleuter of pubers: het gaat erom of wij bereid zijn onze aanpak t.a.v. verschillen in de klas te veranderen.

Optimaal presteren
Basisvoorwaarde om vorm te kunnen geven aan omgaan met verschillen is dat leerkrachten regisseur zijn van hun eigen onderwijs en zelf de onderwijsdoelen bepalen bij de leerstof. Verder moet je over een groot pakket aan vaardigheden beschikken: het creeren van een positief pedagogisch klimaat, gebruikmaken van didactische variatie en goven de stof en de methode kunnen staan. Zo dragen leerkrachten bij aan het optimaal presteren van elke leerling; zwakker of gtalenteerd. bovendien gaat differentieren onderpresteren van goed leerlingen tegen, voorkomt het uitval van leerlingen met veel ondersteuningsbehofte, werkt het motivatieverhogend, voorkomt het ordeproblemen en levert het een positieve bijdrage aan het klassenmangement van leraren.
Dat zijn nogal wat positieve gevolgen! Ik herinner mij inderdaad dat ik via via hoorde dat mijn directeur zich positief had uitgelaten over mijn aanpak in de kleuterklas met de opmerking dat het zelfs gedragproblemen oploste! En dat klopt inderdaad.

Recent onderzoek heeft aangetoond dat evenwicht tussen structuurondersteuning en autonomieondersteuning van groot belang is. Het idee van zelfstandig werken uit de jaren tachtig gaf leerlingen winig structuur voor het leren en vaak te veel auronomie. Sommige kinderen verdrinken in te veel vrijheid en hebben mjuist structuur nodig om effectief te leren.

Structuurondersteuning is ook instrucite geven en dat betekent niet dat je als leerkracht gaat zeggen hoe het moet, maar dat je kinderen aan het denken zet zodat ze zelf tot leren komen en cognitief worden uitgedaagd. Kinderen de tools en de bouwstenen geven en leren om verbanden te leggen, is heel belangrijk in onze snel veranderende maatschappij (zie hoofdstuk 7 van mijn zorgplan Knappe Koppies!) Kijk naar wat kinderen al kunnen; daarbij aansluiten zorgt voor een effectiever leerproces. Zelf noem ik dit 'high trust': vertrouwen tonen in de potentie van het kind. Dit geeft hem zelfvertouwen en een gevoel van veiligheid. Dit maakt reiken naar de zone van de naaste ontwikkeling gemakkelijker.
Om de kwaliteit van onderwijs te verhogen is het belangrijk niet alleen naar zorgleerlingen te kijken, maar ook naar excellente leerlingen. Schoolteams moeten niet alleen maar doen, doen, doen; maar rustig waarnemen wat leerlingen nodig hebben. Begin met kijken naar observaties en toetsgegevens en pak problemen systematisch aan. Toetsgegevens zijn niet heilig, maar vooral informatief en kunnen het vormgeven van je onderwijs sturen. Op vast momente vraag je je als team af: doen we de goede dingen? Geven we iedere leerling wat hij nodig heeft? Van daaruit kun je omgaan met verschillen, opbrengstgericht werken en prestaties verbeteren.
 

zondag 16 juni 2013

Architecto

versie in Levelspel
vorige versie
Architecto voldoet aan bijna alle voorwaarden die ik in mijn zorgplan 'Knappe Koppies in de Kleuterklas' noem. Alleen de mogelijkheid tot samenwerken is er niet echt.

Dit spel bestaat uit een opdrachtboekje en blokjes waarmee de ruimtelijke bouwwerken op de opdrachtkaarten nagebouwd moeten worden. Vaardigheid die gestimuleerd wordt: ruimtelijke orientatie
De opdrachten zijn oplopend in moeilijkheidsgraad en behoeven nauwelijks instructie!

inhoud van de doos

zaterdag 15 juni 2013

Boggle flash



Dit spel bestaat uit 5 'kastjes' met een display waar een letter op verschijnt. De bedoeling is zo snel mogelijk een woord van 2 tot 5 letters te leggen. De software controleert of dit goede Nederlandse woorden zijn en geeft er punten voor. Ook de tijd wordt bijgehouden.

Nadeel: het zijn hoofdletters
Oplossing: de software moet aangepast worden zodat er kleine blokletters getoond worden. Hiermee is mijn man aan het experimenteren!

Tweede nadeel: de tijd die gegeven wordt is te kort voor de meeste kleuters, zelfs al hebben ze een ontwikkelingsvoorsprong.
Oplossing: ook hier probeert mijn lieve man iets aan te veranderen!

Wat ik er heel positief aan vind: eindelijk een van de taalspelletje dat vraagt om handelen met concreet materiaal en het is ook nog eens zelfcorrigerend!

Zodra we het werkend hebben met de aanpassingen, laat ik het weten!

vrijdag 14 juni 2013

Droom voor ons land

"Mijn droom voor ons land" van Vivienne Nooij, geplaatst op 11-4-2013
Passend openbaar onderwijs voor hoogbegaafde kinderen!

Gisteren moest ik mij maar aanpassen
Vandaag kost het mijn ouders extra geld
Maar morgen...
Is er passend openbaar onderwijs voor ieder kind!
Dat is mijn droom voor uw en ons koninkrijk

Want ik weet heel veel voor mijn leeftijd
Eén keer uitleg is voor mij vaak al genoeg
Om mijzelf op school toch uit te dagen
Schrijf ik dan maar in spiegelschrift
Of ben ik continu in beweging
Ik wiebel en ik teken
Of………
Ik trek mij juist terug
Onzichtbaar
Ik raak gefrustreerd, depressief
Ben soms zelfs suïcidaal
De situatie is verre van ideaal

Dit terwijl mijn potentie toch zo groot is
Ik ben hoogbegaafd
Misschien wel potentieel briljant
Toch heb ik ook behoefte aan instructie
Maar dan wel op mijn eigen niveau
Wil mijn intellect verkennen
Zonder een plafond
Als onderdeel van de groep
Niet als de eeuwige uitzondering

Gelukkig zijn er steeds meer scholen
Die aansluiten op mijn behoefte
Morgen zijn wij uw leiders, uitvinders en adviseurs
Waarom wil de staat dan niet voor ons zorgen?
Investeer toch alsjeblieft in ons potentieel
Dat is ook van belang voor het grotere geheel

Gisteren eindigde van de hoogbegaafden
Slechts 16% met een universitaire studie
Laat dat morgen anders zijn…
Laat ons anders zijn…
Maar laat de financiering van ons onderwijs
niet langer een discussie zijn!

Passend openbaar onderwijs voor ieder kind!
Dat is mijn droom voor uw koninkrijk

Opleiding afgerond, lekker verder werken met 'mijn' kleuters!



Ik kon het niet laten: een beetje officieel doen en Jan Kuipers het eerste exemplaar overhandigen van het zorgplan 'Knappe Koppies in de Kleuterklas'.

Voor iedereen die belangstelling heeft: mail me maar als je een exemplaar wilt ontvangen!

maandag 10 juni 2013

welkom!!

Een hartelijk welkom voor de directeuren en IB-ers van de


die nu al de moeite nemen om een kijkje te nemen op deze site!

Rechts onder 'juni' en 'mei' vind je de andere blogjes die ik de afgelopen tijd heb geschreven.
Kijk gerust of er iets bij is waar je wat aan hebt.

Kom je in je werk een artikel tegen dat te maken heeft met hoogbegaafdheid, 'excellente leerlingen' of slimme kleuters, laat het me even weten. Dan kan ik er een samenvatting van schrijven, zodat iedereen die hier af en toe rondneust, op de hoogte blijft.

Het geheel is meer dan de som der delen!

maandag 3 juni 2013

Logisch-redeneerspelletjes

Materialen voor kleuters met een ontwikkelingsvoorsprong die ik binnenkort ga bespreken:

Square by Square
  • IQ cabin, IQ fit, IQ splash en IQ puzzler van Smart Games
  • Katamino
  • Tangramino
  • Sudoku Jr.
  • wirrel warrel puzzels
  • Super Mind
  • knikkerspel
  • Square by square, Shape by shape, Brick by brick, Block by block en Tip over van Think Fun

zaterdag 1 juni 2013

Taxonomie van Bloom



taxonomisch niveau
definitie
werkwoorden te gebruiken bij het formuleren van doelstellingen
1 kennen
reproduceren van feiten
noemen, herkennen, opsommen
2 begrijpen
aantonen dat kennis een betekenis heeft
herinneren, verklaren, verhelderen, verder denken
3 toepassen
gebruiken van elementen in nieuwe situaties
gebruiken, toepassen, concretiseren
4 analyseren
elementen in hun structuur onderzoeken
beschrijven, specifiëren, lokaliseren
5 synthetiseren
structuur bouwen door elementen samen te voegen
ordenen, combineren, opnieuw samenstellen, herbouwen
6 evalueren
kritisch oordeel vellen
controleren, schatten, aannemen, kiezen, testen, verbeteren

Bloom geeft een oplopend niveau in hoe we vragen kunnen stellen of opdrachten kunnen geven.
1.     Het meest eenvoudig zijn de ‘kennisvragen’: waarin verandert Rupsje Nooitgenoeg nadat hij veel heeft gegeten?
2.    Daarna komen de vragen die een beroep doen op begrip: ‘vertel eens waar het verhaal van gisteren over ging’. Hierbij moet de leerling het verhaal begrepen hebben om de belangrijkste zaken te kunnen noemen.
3.    Vervolgens krijgen we de zogenaamde ‘toepassingsvragen’: ‘welk dier verandert ook heel sterk tijdens zijn leven?’ (kikker)
4.    Vragen waarbij de leerling moet analyseren: ‘leg de plaatjes van kikkerdril tot kikker in de juiste volgorde en leg uit wat er moet veranderen om tot een volgend stadium te komen’
5.    Vragen die een beroep doen op het synthetiseren van kennis: ‘bedenk eens een nieuw dier en laat dat net zo’n metamorfose ondergaan als het kikkervisje en de rups’.
6.    En tenslotte de vragen die van de leerling vragen om te evalueren: ‘denk je dat dieren zoals kikker en vlinder geschapen zijn of zouden ze door evolutie ontstaan zijn?’

Het zal duidelijk zijn dat deze laatste drie niveaus een veel hoger denkniveau van het kind vraagt. Bovendien maakt het onszelf bewust van welke vragen we veelal stellen, welke vragen we eenvoudig aan de knappe koppies kunnen stellen en welke vragen of opdrachten we niet zo snel zouden bedenken, maar van tevoren zullen moeten voorbereiden. Dit model is zeer geschikt te gebruiken tijdens projecten en thema’s. Binnen iedere kringactiviteit en bij elke taak kun je op deze manier gaan differentiëren. Uiteraard vergt het wel wat oefening om handigheid te krijgen in het vlot verzinnen van de hogere-ordevragen.
Op knappe-koppies.blogspot.nl zal ik komend schooljaar dit model geregeld gebruiken om kleuterthema’s uit te werken.